Transphraser the universal parleur

DUTCH TO RUSSIAN PARLEUR


 

Hallo, HoiПривет (Privet)
Dag, DoeiДо свидания (Do svidaniya)
Tot ziensУвидимся! (Uvidimsya)
Hoe gaat het?Как дела (Kak dela?)
GoedХорошо (Khorosho)
Dank je wel, BedanktСпасибо (Spasibo)
Dank je wel, BedanktПожалуйста (Pozhaluista)
AlsjeblieftНе за что! (Ne za chto!)
WelkomДобро пожаловать! (Dobro pozhalovat!)
GoedemorgenДоброе утро (dobroe utro)
GoedemiddagДобрый день (dobry denj)
GoedenavondДобрый вечер (dobry vecher)
Goedenavond, welterusten (sov gott)Спокойной ночи (spokojnoy nochi)
Aangenaam, Leuk om je te ontmoetenПриятно познакомиться (priyatno poznakomitjsya)
Het spijt meИзвини (Izvini)
PardonПростите меня (prostite menya)
Jaда (da)
Neeнет (net)
Hoe heet je?Как Вас зовут? (kak Vas zovut)
Ik heet…Меня зовут…(Menya zovut)
Waar kom je vandaan?Откуда вы? (Otkuda Vy)
Ik kom van…Я из…(Ya iz…)
Hoe oud ben je?Сколько Вам лет? (Skolko Vam let)
Ik ben… jaar oud.Мне… (Mne)
Spreek je (engels)?Вы говорите по...? (Vy govorite po)
Ik versta het (niet)Я не понимаю (Ya ne ponimaju)
Ik hou van jouЯ тебя люблю (ya tebya ljublju)
Hoe zeg je… in het zweeds?Как Вы называете... на английском? (Kak Vy nazyvaete eto… na anglijskom?)
Wat betekent?Что это означает? (Chto eto znachit)
Ookтакже (takzhe)
Omесли (esli)
Enи (i)
Klein(e)немного (nemnogo)
Veelочень (ochen)
Meerбольше/более (boljshe/bolee)
Niks, Nietsничего (nichego)
Misschienможет быть (mozhet bit)
Nooitникогда (nikogda)
Altijdвсегда (vsegda)
Het(de)zelfde, samenтоже самое (tozhe samoe)
Ik kanя могу (Ya mogu)
Ik wilя хочу (Ya hochu)
Ik hebу меня есть (U menya estj)
Ik gaя буду (Ya budu)
Ik hoefмне нужно (Mne nuzhno)
Dit, Dezeэто (eto)
Dat, Dieто (to)
Het isэто (eto)
Hierздесь (zdes)
Daarтам (tam)
Rechtsправо (pravo)
Linksлево (levo)
Ik werkя работаю (Ya rabotau)
Ik hou (niet) vanмне (не) нравится (mne (ne) nravitsya)
Warmгорячий (goryachy)
Koudхолодный (kholodny)
Ikя (Ya)
Jij, Jeты (ty)
Hijон (on)
Zijона (ona)
De/Hetоно (ono)
Wijмы (my)
Jullieвы (vy)
Zijони (oni)
Papaотец (otets)
Mamaмать (matj)
Zusсестра (sestra)
Broerбрат (brat)
Manмуж (muzh)
Vrouwжена (zhena)
Vriendjeпарень (parenj)
Vriendinnetjeдевушка (devushka)
Vriendдруг (drug)
Zoonсын (syn)
Dochterдочь (dochj)
Lamовца (ovtsa)
Kipкурица (kuritsa)
Visрыба (ryba)
Varkensvleesсвинья (svinjya)
Vleesмясо (myaso)
Rijstрис (ris)
Broodхлеб (khleb)
Waterвода (voda)
Melkмолоко (moloko)
Bierпиво (pivo)
Etenкушать (kushat)
Drinkenпить (pitj)
Hongerголодный (golodny)
Dorstжажда (zhazhda)
Proost!За нас! (za nas)
Waar is/zijn…где...? (gde)
Wanneer…когда (kogda)
Hoe…как (kak)
Waarom..почему (pochemy)
Wat/Hoeveel kost…?сколько это стоит? (skolko eto stoit)
Wat is…что такое (chto takoe)
Gisterenвчера (vchera)
Vandaag, Vanochtendсегодня (segodnya)
Morgenзавтра (zavtra)
Vanavondночью (nochju)
Vanmiddagпосле обеда (posle obeda)
Nuсейчас (seichas)
Eenодин (odin)
Tweeдва (dva)
Drieтри (tri)
Vierчетыре (chetire)
Vijfпять (pyatj)
Zesшесть (shestj)
Zevenсемь (semj)
Achtвосем (vosemj)
Negenдевять (devyatj)
Tienдесять (desyatj)